Spring naar content

Prinsjesdag 2023 | Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Versobering fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
Momenteel gelden voor de overdracht van ondernemingsvermogen een voorwaardelijke vrijstelling van schenk- en erfbelasting (de “BOR”) en een faciliteit ter voorkoming van acute verschuldigdheid van inkomstenbelasting in box 2 bij overdracht van aandelen (de “DSR”). De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de schenk- en erfbelasting en de inkomstenbelasting worden aangepast.

Onderdeel van het Belastingplan 2024 zijn de volgende wijzigingen:

  1. Aan derden verhuurde onroerende zaken kwalificeren niet voor de BOR en de DSR vanaf 1 januari 2024.
  2. De 5% doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen in de BOR en de DSR wordt afgeschaft, respectievelijk per 1 januari 2025 en op een later te bepalen moment.
  3. Bedrijfsmiddelen die zowel privé als zakelijk worden gebruikt kwalificeren vanaf 1 januari 2025 slechts voor de BOR en DSR voor zover deze in de onderneming worden gebruikt, waarbij een doelmatigheidsmarge van € 100.000 aangehouden wordt.
  4. De dienstbetrekkingseis in de DSR AB vervalt per 1 januari 2025.
  5. Er wordt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de verkrijger bij schenking voor toepassing van de DSR en BOR ingevoerd per 1 januari 2025.
  6. Aanpassing van de BOR door de vrijstelling van 100% van de goingconcernwaarde van € 1.205.871 (2023) vanaf 2025 op 100% van de goingconcernwaarde van € 1,5 miljoen te stellen en de vrijstelling van 83% boven de € 1,5 miljoen van de goingconcernwaarde te verlagen naar 70% per 1 januari 2025.

Weliswaar geen onderdeel van dit Belastingplan, maar wel reeds aangekondigd voor het Belastingplan van volgend jaar zijn wijzigingen die meer complex zijn en zodoende voor de wetgever meer tijd vragen. Het gaat om de volgende wijzigingen, met beoogde ingangsdatum 1 januari 2026:

  1. Toegang tot de BOR en de DSR wordt beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatste kapitaal, waarbij al is aangegeven dat preferente aandelen die in het kader van bedrijfsopvolging zijn uitgegeven kwalificeren voor de BOR en DSR.
  2. De bezitseis en de voortzettingseis in de BOR worden versoepeld.
  3. Constructies (rollator-investeringen en dubbel-BOR) in de BOR worden aangepakt.

 

Wat vindt PKF Wallast?
Ondanks dat de voorgestelde wijzigingen geen grote verrassingen bevatten – alle maatregelen waren immers eerder aangekondigd, bevatten de voorgestelde wijzigingen, naast een enkele versoepeling, vooral versoberingen. Veel van deze versoberingen gelden echter pas vanaf 2025, zodat er nog redelijk wat tijd is om daarop te anticiperen. Afhankelijk van de specifieke situatie kan het verstandig zijn om op korte termijn een bedrijfsoverdracht in gang te zetten óf juist te wachten op de inwerkingtreding van de aangekondigde wijzigingen. Vooral de voor 1 januari 2026 verwachte aanpassingen van de bezits- en voortzettingseis kunnen grote impact hebben.