Spring naar content

Rechtbank ziet betwisting verzending bezwaar over het hoofd

Het is mogelijk om in beroep te gaan bij de rechtbank als een bestuursorgaan geen uitspraak op bezwaar doet. De rechtbank moet het beroep niet-ontvankelijk verklaren als het bestuursorgaan de uitspraak al heeft gedaan voordat het beroep is ingesteld. Daartegen kan de belanghebbende in verzet komen en de verzending van de uitspraak op bezwaar betwisten.

Een belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen een uitspraak van de gemeente. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het beroep heeft ingesteld nadat de gemeente de uitspraak op bezwaar heeft gedaan. De belanghebbende gaat vervolgens tegen de niet-ontvankelijkverklaring in verzet. De rechtbank heeft in de uitspraak op het verzet geoordeeld dat belanghebbende de verzending van de uitspraak op bezwaar niet in twijfel heeft getrokken. De uitspraak op bezwaar is gedaan voordat de belanghebbende beroep heeft ingesteld. Volgens de rechtbank die het verzet moest beoordelen heeft de rechtbank eerder terecht de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard.

De belanghebbende is bij de Hoge Raad in cassatie gegaan tegen de uitspraak op verzet. De belanghebbende is van mening dat de uitspraak op verzet van de rechtbank onbegrijpelijk is gemotiveerd. In een aan de rechtbank verzonden stuk heeft belanghebbende geschreven: ‘(..) en wie zegt mij dat de heffingsambtenaar het stuk op de post heeft gedaan. Uit het dossier blijkt dat immers niet.’. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet anders kan worden opgevat als het betwisten van de verzending van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft dat miskend. Het cassatieberoep is gegrond.

 

Bron: HR 26-11-2021 (ECLI:NL:HR:2021:1759)