Spring naar content

Uitspraak Hoge Raad d.d. 8 november 2019: slapende dienstverbanden moeten op verzoek van de werknemer worden beëindigd

Uitspraak Hoge Raad d.d. 8 november 2019: slapende dienstverbanden moeten op verzoek van de werknemer worden beëindigd

Naar aanleiding van prejudiciële vragen die de rechtbank Limburg in april 2019 aan de Hoge Raad heeft gesteld over de beëindiging van slapende dienstverbanden, heeft de Advocaat Generaal op 18 september 2019 zijn advies uitgebracht. De Hoge Raad heeft op 8 november 2019 het advies van de Advocaat-Generaal opgevolgd.

Het advies van de Advocaat Generaal luidde dat werkgevers in beginsel verplicht zijn om, op verzoek van langdurig arbeidsongeschikte werknemers, de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de transitievergoeding te betalen. Dit brengt de eis van goed werkgeverschap met zich mee. Daarbij volstaat, in het licht van de Wet compensatie transitievergoeding die vanaf 1 april 2020 in werking zal treden, het argument om vanwege de hoge kosten het dienstverband niet te beëindigen, niet langer. Middels deze wet worden werkgevers (deels) gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij hebben moeten betalen aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers.

 

Zoals reeds aangegeven heeft de Hoge Raad dit advies opgevolgd. Werkgevers zijn dus gehouden, op basis van goed werkgeverschap, slapende dienstverbanden op verzoek van de werknemer te beëindigen. Een uitzondering hierop is aanwezig wanneer de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer in dienst te houden, dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er een reëel uitzicht is op re-integratie van de werknemer.

Ook interessant

Gerelateerde berichten Berichten

Blijf op de hoogte dankzij de inzichten van onze specialisten. Lees nieuws en blogs over ‘dienst’ die nieuwe invalshoeken bieden op actuele onderwerpen.