Spring naar content

Voornemen is onvoldoende voor heretikettering voor BOR

Een voornemen om een onderneming toekomstbestendig te maken is op zichzelf onvoldoende om een heretikettering van vermogensbestanddelen te rechtvaardigen.

Twee broers exploiteren via een maatschap een legkippenbedrijf op een adres, waar een van de broers woont. Deze broer houdt ook alle aandelen in een bv, die weer de eigendom heeft van de gebouwen waarin de maatschap haar onderneming drijft. De andere broer brengt op 1 januari 2016 onder meer zijn eigen woning en € 146.385 aan spaargelden in de maatschap in. De inbrengwaarde van de woning is vastgesteld op € 211.000. Bij de woning behoren oude stallen die vroeger voor een melkveebedrijf zijn gebruikt. Op 29 september 2017 overlijdt de broer die zijn eigen woning en spaargeld heeft ingebracht. De overgebleven broer is de enig erfgenaam. Hij past de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ook toe op de woning die en het spaargeld dat hij van zijn broer heeft geërfd.

Nieuw feit aanwezig
De inspecteur volgt eerst de aangifte erfbelasting. Maar naar aanleiding van een boekenonderzoek legt hij de erfgenaam een navorderingsaanslag erfbelasting op. De Belastingdienst meent namelijk dat de woning en het spaargeld geen ondernemingsvermogen vormen. De man gaat vervolgens in beroep tegen de navorderingsaanslag. Hij stelt dat de fiscus niet mag navorderen vanwege het ontbreken van een nieuw feit. Maar rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat wel sprake is van een nieuw feit. De inspecteur heeft ervan mogen uitgaan dat de ingediende aangifte erfbelasting juist was. Hij was niet verplicht het dossier voor de inkomstenbelasting te raadplegen. Daardoor is de informatie die hij later heeft verkregen van de IB-inspecteur over de inbreng van de eigen woning en het spaargeld een nieuw feit.

Voornemen is niet uitgevoerd
Daarna stelt de man dat het inbrengen van de woning en het spaargeld in de maatschap nodig is geweest om de onderneming toekomstbestendig te maken. Daardoor zou het spaargeld verplicht ondernemingsvermogen en de eigen woning keuzevermogen zijn. Maar de rechtbank constateert dat de erflater tot 2016 zijn eigen woning en het spaargeld heeft geëtiketteerd als privévermogen. Onder bijzondere omstandigheden is een heretikettering mogelijk. Volgens de rechtbank heeft alleen een voornemen bestaan om de onderneming toekomstbestendig te maken. Deze omstandigheid rechtvaardigt geen heretikettering van de woning of het spaargeld. De man maakt evenmin aannemelijk dat het spaargeld uitsluitend voor de onderneming is gebruikt. De fiscus heeft daarom terecht de toepassing van de BOR op de eigen woning en het spaargeld geweigerd.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 16-10-2023 (gepubliceerd 26-10-2023) (ECLI:NL:RBZWB:2023:7180)