Spring naar content

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Een bedrijfsopvolging binnen een familiebedrijf is een complexe aangelegenheid en brengt ook de nodige kosten met zich mee. Dankzij de bedrijfsopvolgingsregeling kunt u uw onderneming fiscaal vriendelijk overdragen aan een erfgenaam.

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR of BOF) is een belastingvrijstelling van schenk- of erfbelasting voor ondernemingsvermogen. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit is behoorlijk ruim, maar staat helaas al langere tijd onder druk. Versobering of zelfs afschaffing is in de toekomst niet uitgesloten, maar vooralsnog is de bedrijfsopvolgingsregeling toe te passen. Graag adviseren onze fiscale specialisten hoe u deze fiscale faciliteit optimaal kunt benutten.

Bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling: vastgoed dat aan derden worden verhuurd of ter beschikking worden gesteld wordt vanaf 1 januari 2024 aangemerkt als beleggingsvermogen

Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting en de doorschuiffaciliteit (DSR) in de inkomstenbelasting  is te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt als gevolg van onvoldoende middelen om de belastingen te betalen. Om deze reden kan de verkrijger die ondernemingsvermogen middels een schenking of erfenis verkrijgt onder voorwaarden gebruik maken van de BOR/DSR.  Bij de BOR is de eerste € 1.205.871 (2023) aan ondernemingsvermogen is volledig vrijgesteld en daarboven is 83% vrijgesteld. Bij de DSR is er geen inkomstenbelasting over het ondernemingsvermogen verschuldigd.

Om discussies over de vraag of ten aanzien van vastgoed sprake is van ondernemingsvermogen (BOR/DSR wel van toepassing) of beleggingsvermogen (BOR/DSR niet van toepassing), is het voornemen om vanaf 1 januari 2024 wettelijk vast te leggen dat vastgoed dat aan derden wordt verhuurd of ter beschikking wordt gesteld beleggingsvermogen is.

Verder, zijn ook nog andere aanscherpingen aan de BOR/DSR voorgesteld:

  • het verlagen van het vrijstellingspercentage van de BOR naar 70% boven 1,5 miljoen euro ondernemingsvermogen;
  • het afschaffen van de 5% doelmatigheidsmarge in de BOR/DSR; en
  • de beperking van de toegang tot de BOR/DSR tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%.

Tip: als u als ondernemer al een tijd met het idee rondloopt om (een deel van) uw onderneming aan uw kinderen te schenken en vastgoed onderdeel uitmaakt van deze onderneming, dan adviseren wij u om nog dit jaar te onderzoeken of het voor u voordelig is om nog dit jaar te schenken.

Op 29 juni jl heeft Van Rij een brief van 17 pagina’s naar de Tweede Kamer gestuurd over de Uitkomsten vervolgonderzoek bedrijfsopvolgingsregelingen.

Voorgestelde maatregelen 2024

Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2024 aan derden verhuurde onroerende zaken standaard aan te merken als beleggingsvermogen in de BOR en de DSR. Het kabinet had tot deze maatregel al in de Miljoenennota 2023 besloten.

De volgende verhuurde onroerende zaken worden uitgesloten van deze maatregel:

  • Onroerende zaken voor zover die worden gebruikt voor de eigen bedrijfsuitoefening (binnen het eigen concern).
  • Kortdurende terbeschikkingstelling in de dienstensector, zoals bij hotelkamers, cafés, restaurants, tennishallen, bowlingbanen en squashbanen.
  • Kortdurende teeltpachtovereenkomsten vanwege vruchtwisseling (artikel 7:396 lid 1 BW).

Nadere details en uitwerking van deze maatregel volgen in het Belastingplan 2024 dat op Prinsjesdag 2023 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

Voorgestelde maatregelen 2025

Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2025 de volgende maatregelen voor.

  1. Aanpassen van de vrijstelling in de BOR naar 100% van de goingconcernwaarde van de onderneming (of liquidatiewaarde als die hoger is) tot € 1.500.000 (2023: € 1.205.871) en 70% (nu: 83%) over het meerdere aan ondernemingsvermogen.
  2. Afschaffen van de doelmatigheidsmarges van 5% in de BOR.
  3. Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt, alleen nog laten kwalificeren voor de BOR en DSR voor het deel dat in de onderneming wordt gebruikt. Het voorstel is om dit alleen te laten gelden voor bedrijfsmiddelen die op het moment van verkrijging een waarde in het economische verkeer van minimaal € 100.000 hebben én voor meer dan 10% buiten de onderneming worden gebruikt. Voor de overige bedrijfsmiddelen zullen de normale vermogensetiketteringsregels blijven gelden.
  4. Afschaffen van de dienstbetrekkingseis in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen.
  5. Invoeren van een minimumleeftijd van de verkrijger van 21 jaar voor een schenking in de BOR en de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen. Voor de bedrijfsopvolging bij overlijden wordt geen leeftijdsgrens voorgesteld.

Nadere details en uitwerking van deze maatregelen volgen in het Belastingplan 2024 dat op Prinsjesdag 2023 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

Voorgestelde maatregelen 2026

Het kabinet stelt vanaf 1 januari 2026 de volgende maatregelen voor.

  1. Alleen nog laten kwalificeren voor de BOR en de DSR van reguliere aandelen met een belang van minimaal 5% die volledig meedelen in de winstgerechtigheid en liquidatieopbrengst. Het voorstel is om deze beperking van de BOR en de DSR niet te laten gelden voor indirecte aanmerkelijk belangen van minimaal 0,5% die uitsluitend zijn verwaterd door vererving, huwelijksvermogensrecht of schenking (de verwateringsregeling), en voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsoverdracht zijn uitgegeven.
  2. Versoepelen van de bezits- en voortzettingseis in de BOR via wetsaanpassing of aanpassing van lagere regelgeving. Het uitgangspunt bij deze versoepelingen zal het aansluiten bij de materiële gerechtigheid tot de onderneming zijn. De bezits- en voortzettingseis zullen dan niet langer aan herstructureringen van de onderneming in de weg staan, mits de gerechtigheid of het belang van de aandeelhouder tot de onderneming materieel gezien niet wijzigt. Verder wil het kabinet de versoepeling van de voorzettingstermijn bij overheidsingrijpen (artikel 10, lid 1, onderdeel c, Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting) ook invoeren voor de bezitstermijn. Het kabinet onderzoekt ook nog of verdere versoepelingen van de bezits- en voortzettingseis nodig zijn voor ondernemingen die willen verduurzamen. Tot slot bestaat het voornemen om de vijfjaarstermijn in de bezits- en voortzettingseis in te korten. Hoe en hoeveel is nog niet bekendgemaakt.
  3. Aanpakken van dubbel gebruik van de BOR. Gedacht wordt aan het uitsluiten van toepassing van de BOR voor zover de onderneming op enig eerder moment al in bezit is geweest van de verkrijger.
  4. Aanpakken van oneigenlijk gebruik van de BOR door constructies met personen van met name hoge leeftijd, ook wel rollatorinvesteringen genoemd. Gedacht wordt aan een stapsgewijze verlenging van de bezitstermijn voor een erflater en schenker die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Nadere details en uitwerking van deze maatregelen volgen in het Belastingplan 2025 dat op Prinsjesdag 2024 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

 Voorgestelde maatregel ingangsdatum nog niet bekend

Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2025 de doelmatigheidsmarge van 5% in de BOR af te schaffen. Het kabinet stelt voor om vanaf een later (nog niet bekend) moment de doelmatigheidsmarge van 5% in de DSR van aanmerkelijkbelangaandelen af te schaffen. Het hoe en waarom van dit onderscheid is (nog) niet bekendgemaakt.

Services

Bij Newtone bieden we alle diensten onder één dak aan.