Eindejaarstips 2023 | Welke fiscale voordelen kunt u dit jaar nog realiseren?

Op Prinsjesdag heeft het kabinet zijn belastingplannen voor 2024 gepresenteerd. De Tweede Kamer heeft nog aanpassingen aangebracht aan de belastingplannen voor 2024. Welke fiscale voordelen kunt u dit jaar nog realiseren? Hoe spelen we in op de fiscale wijzigingen met ingang van 2024?

Onderstaand zijn zes tips door ons uitgelicht, zodat u – zowel privé als zakelijk – in deze laatste maand van 2023 nog voordelen kan behalen.

Tip 1: in 2023 nog dividend uitkeren?

Dat is op dit moment een uitdagende vraag, die niet altijd eenvoudig en eenduidig is te beantwoorden. Het betreft maatwerk en is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.

U bent box 2 heffing verschuldigd over inkomsten uit aanmerkelijk belang. Dit betreffen onder andere een dividenduitkering welke u van de B.V. ontvangt of verkoopwinst die u behaalt bij verkoop van uw aandelen in de B.V.

Het aanmerkelijk belang tarief voor 2023 is 26,9%. Vanaf 2024 wordt een twee schijventarief ingevoerd. Over de eerste € 67.000 (voor fiscale partners € 134.000) is 24,5% verschuldigd en over het meerdere 33%. Hierbij nemen wij aan dat de Eerste Kamer deze plannen overneemt.

Bij een voorgenomen dividenduitkering onder of rond de € 67.000 (voor fiscale partners € 134.000) lijkt het raadzaam te wachten tot 2024; het tarief is dan immers 24,5% in plaats van 26,9%. Gaat het om hogere bedragen, dan kan (gedeeltelijk) uitkeren in 2023 wel eens aantrekkelijker zijn. Het (hoge) tarief ligt in 2024 immers 6,1% hoger, zijnde 33%.

Het al dan niet uitkeren van dividenden is echter afhankelijk van vele factoren en niet alleen het tarief is relevant. Andere zaken die de keuze beïnvloeden zijn het te verwachten rendement, de uitkeringstoets en de financiële positie van de B.V.

Let op! Vanaf 2025 gaat met name bij lagere dividenduitkeringen en lage box 1-inkomsten ook de afbouw van de algemene heffingskorting een rol spelen. In 2024 is voor de afbouw van de algemene heffingskorting alleen het box 1-inkomen nog relevant. Vanaf 2025 gaat ook het box 2 en 3-inkomen hiervoor meetellen.

Tip 2: Excessief lenen: actie benodigd in 2023?

Het Wetsvoorstel Excessief lenen bij de eigen vennootschap is per 1 januari 2023 ingegaan.

Kortgezegd komt het erop neer dat als u samen met uw partner, of met uw verbonden personen, meer dan € 700.000 geleend heeft van uw B.V., het meerdere wordt aangemerkt als fictief inkomen in box 2. Over het meerdere bent u box 2 belasting verschuldigd, welke 26,9% bedraagt (2023). Een schuld aan de B.V. in verband met een eigen woning, wordt onder voorwaarden buiten beschouwing gelaten.

De peildatum is 31 december 2023. Indien op die datum de schulden meer dan € 700.000 bedragen, dient u over het meerdere box 2 belasting te betalen. Met ingang van 2024 wordt deze grens teruggebracht naar € 500.000. De eerste peildatum hiervoor is 31 december 2024.

Het is raadzaam om na te gaan of er in 2023 nog acties moeten worden ondernomen, zoals een dividenduitkering. Hierbij zal onder andere het AB-tarief, zoals genoemd onder tip 1, een rol spelen.

Tip 3: Heeft u al nagedacht over de opvolging van uw bedrijf?

Weet u al wanneer u wilt terugtreden uit uw bedrijf? En zijn er al één of meer opvolgers in beeld?

Wat zijn de ideeën van de opvolger(s) over hun toetreding binnen het bedrijf en zitten jullie hierover op één lijn? Het is aan te raden om tijdig over bedrijfsopvolging na te denken en een langetermijnplanning uit te zetten. Het hele proces omtrent bedrijfsopvolging – van een plan maken en de fiscale afstemming daarvan tot en met de uiteindelijke (gefaseerde) uitvoering – neemt in de praktijk vaak langer in beslag.

Daarnaast is er aangekondigd dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit zal wijzigen. Vanaf 1 januari 2025 wijzigt de vrijstelling, waardoor een waarde van € 1.500.000 voor 100% is vrijgesteld, het meerdere nog maar voor 75%. In 2023 en 2024 geldt nog een vrijstelling van 83% over het meerdere. Afhankelijk van uw situatie kan het interessant zijn om voorafgaand aan deze wijziging de onderneming over te dragen.

Tip 4: Maak gebruik van de schenkingsvrijstelling

Indien u het geld kunt missen is een schenkingsplan een goed idee om vermogen relatief gunstig over te hevelen naar de volgende generatie. Aan kinderen en kleinkinderen kan jaarlijks belastingvrij een geldbedrag geschonken worden. Voor kinderen bedraagt de vrijstelling € 6.035 (2023) en voor kleinkinderen of neven/nichten € 2.418 (2023).

Wilt u schenken, maar wilt of kunt u momenteel de liquide middelen nog niet missen? Het is ook mogelijk om zogenaamd ‘op papier’ te schenken. Hierbij erkent u een bedrag schuldig aan uw kind, die daardoor een vordering op u krijgt. Aandachtspunt hierbij is wel de box 3-gevolgen die hiermee gepaard gaan. Daarnaast is het verplicht om na schuldigerkenning jaarlijks rente te betalen aan uw kind en dient een schenking onder schuldigerkenning te worden vastgelegd bij de notaris.

Tip 5: Box 3 heffing: breng uw vermogen in kaart en overweeg alternatieven

Het is op dit moment nog niet helemaal duidelijk op welke manier de box 3-heffing in de toekomst eruit gaat zien. Gezien het belang van deze heffing voor veel DGA’s en (vermogende) particulieren staan we kort stil bij de huidige stand van zaken en wanneer bezwaar maken of een verzoek om ambtshalve vermindering indienen nog zin heeft.

Toekomst

Voor 2022 – 2026 zal (vooralsnog) de box 3 heffing plaatsvinden op basis van de forfaitaire spaarvariant. Recente ontwikkelingen hebben echter mogelijk tot gevolg dat het geboden rechtsherstel voor box 3 met terugwerkende kracht zal moeten worden aangepast. Ook zal in dat geval de box 3-wetgeving met ingang van 2023 geen stand kunnen houden en zal de wetgever nadere actie moeten ondernemen vóórdat er wordt overgestapt op een berekening op grond van het werkelijk rendement in box 3.

De verwachting is dat de Hoge Raad in de eerste helft van 2024 uitspraak doet in een lopende zaak over het geboden rechtsherstel voor box 3. Wanneer het geboden rechtsherstel voor box 3 met terugwerkende kracht moet worden aangepast, gaat de Belastingdienst mogelijk werken met een “tegenbewijsformulier”. Belastingplichtigen moeten in dat geval aantonen dat het werkelijke rendement lager is dan het fictief berekende rendement.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat er wetgeving komt waarbij de box 3-heffing gebaseerd wordt op het werkelijke rendement. De streefdatum voor invoering van dit nieuwe stelsel betreft 1 januari 2027.

Bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering

Bezwaar maken of een verzoek doen om ambtshalve vermindering lijkt vooral zin te hebben indien het werkelijk genoten rendement fors lager is dan het forfaitaire rendement, zeker ook in het licht van de recente ontwikkelingen.

Indien de forfaitaire berekenwijze standhoudt, kan het interessant zijn om de alternatieven te overwegen voor uw vermogenssamenstelling, bijvoorbeeld een (gedeeltelijke) inbreng van vermogen in uw onderneming.

Tip 6: Gedeeltelijk willekeurig afschrijven op aangewezen bedrijfsmiddelen in 2023

Enkel voor het jaar 2023 bestaat de mogelijkheid om maximaal 50% willekeurig af te schrijven op investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen. Maximaal 50% van de investering mag direct ten laste van de fiscale winst worden gebracht. De resterende 50% moet regulier worden afgeschreven. Deze maatregelen kunnen een liquiditeitsvoordeel opleveren.

De regeling geldt zowel voor ondernemers in de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting. De mogelijkheid van willekeurige afschrijving ziet op aangewezen bedrijfsmiddelen die niet eerder in gebruik zijn genomen (en dus nieuw zijn).

Een aantal bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van de regeling, zijnde:

• Vliegtuigen, gebouwen, (woon)schepen, vervoermiddelen: bromfietsen, motoren, personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer over de weg (tenzij elektrische personenauto’s).
• Immateriële activa, zoals quota, goodwill, vermogensrechten et cetera.
• Bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor verhuur aan derden (dit kan ook spelen in de eigen BV-structuur als er geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is).
• Bedrijfsmiddelen die om een andere reden willekeurig afschrijfbaar zijn.

De mogelijkheid van gedeeltelijke willekeurige afschrijving geldt alleen voor investeringsverplichtingen die in 2023 zijn aangegaan of waarvan de voortbrengingskosten in 2023 zijn gemaakt. Hierbij kan gedacht worden aan het tekenen van een opdrachtbevestiging of een offerte. Het kan aantrekkelijk zijn om voorgenomen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen naar voren te halen en nog in 2023 te doen.

Bedenk dat het eventueel naar voren halen van het aangaan van investeringsverplichtingen ook neveneffecten kan hebben. In de bedrijfsvoering, maar bijvoorbeeld ook ten aanzien van het optimaliseren van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek in 2023.

Vragen over het Belastingplan?

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande tips? Neem dan contact op met één van onze fiscalisten.

Over Koenen en Co Fiscaal & Financieel advies

In de huidige tijd is verandering de enige constante. Toch wilt u dat uw fiscale en financiële zaken goed geregeld zijn, ook op de lange termijn. Voor uw totale financiële planning, maar ook voor specifieke zaken zoals bedrijfsstructurering, pensioen en  levensverzekeringen, hypotheken, btw-advies en advies omtrent loonheffingen alsmede estate planning. Het vraagt specialistische kennis om uit te vinden wat de meest geschikte oplossingen zijn voor uw onderneming én uzelf. We staan u graag bij met raad en daad.

Lees meer over onze dienst Fiscaal & Financieel advies.

We zijn er, voordat u ons nodig heeft.