Spring naar content

Registratie van arbeidsuren

Op basis van Unierecht is iedere lidstaat verplicht tot het invoeren van een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem waarmee de dagelijkse arbeidstijd van iedere werknemer wordt geregistreerd, zo heeft het Europees Hof van Justitie besloten.

Naar aanleiding van een geschil tussen de Spaanse werknemersvakbond Federación de Servicios de Comisiones Obreras (CCOO) en de Deutsche bank heeft de Spaanse rechter een aantal prejudiciële vragen voorgelegd bij het Europees Hof van Justitie. De vakbond was van mening dat de Deutsche Bank, als zijnde werkgever, de rechten van zijn werknemers schond op grond van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De Deutsche Bank beschikte namelijk niet over een systeem waarin de arbeidstijden van de werknemers werden bijgehouden.

 

In artikel 31 lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in de Europese richtlijnen 89/231 en 2003/88 is een aantal regels vastgelegd over onder andere de maximale wekelijkse arbeidstijden en de rusttijden. Lidstaten moeten deze Europese richtlijnen vervolgens implementeren in hun eigen nationale wetgeving. Desbetreffende wetgeving was er in Spanje in zin van het zogenoemde ‘werknemerstatuut’. De vraag die vervolgens werd gesteld aan de Spaanse rechter in het geschil tussen de werknemersvakbond en de Deutsche Bank was of deze nationale wetgeving ook inhield dat er een systeem moest worden bijgehouden waarin de arbeidstijden van de werknemers werden vastgelegd. De werknemersvakbond vond van wel op grond van het Handvest van de grondrechten en de richtlijnen. De Deutsche Bank beriep zich op een eerder gewezen arrest van het Tribunal Supremo (hoogste rechter van Spanje). In dit arrest werd uitgemaakt dat alleen een registratie van overuren bijgehouden moet worden.

 

De Spaanse rechter heeft deze vraag vervolgens neergelegd bij het Europees Hof van Justitie. Het Hof beantwoordde deze prejudiciële vraag in het arrest van 14 mei 2019. Het antwoord luidde dat lidstaten aan hun werkgevers de verplichting op moeten leggen om een ‘objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem’ op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd van iedere werknemer wordt geregistreerd. Wanneer dit systeem er niet is, kan niet objectief en betrouwbaar worden bepaald hoeveel uren een werknemer precies heeft gewerkt, hoeveel overuren zijn gemaakt en hoeveel rusttijd een werknemer heeft gehad. Voor een werknemer wordt het zeer lastig zijn rechten af te dwingen indien bovengenoemde tijden niet staan geregistreerd. Een desbetreffend systeem is dus noodzakelijk om werknemers te beschermen op grond van de rechten die zij kunnen ontlenen uit het Handvest van de grondrechten en de richtlijnen.

 

Maar wat betekent dit nu voor Nederland? In Nederland kennen wij de Arbeidstijdenwet. Op grond van deze wet moet iedere werkgever al een goede administratie bijhouden van arbeidstijden en rusttijden. Van de term overwerk wordt in deze wet niet gesproken, de wet neemt echter wel alle ‘werkuren’ mee, dus ook overwerk. Er verandert dus niet zo heel veel.

 

Sinds 1 mei 2018 is overigens ook de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag gewijzigd. Hierin is bepaald dat de werknemer over alle gewerkte uren tezamen – dus inclusief overuren – tenminste het geldende minimumloon en vakantietoeslag dient te ontvangen. Een werknemer moet dus ook op basis van deze wet zijn overuren schrijven, of deze verder worden uitbetaald in loon is uiteraard een andere vraag.

 

Bron: https://curia.europa.eu/jcms/upload/docs/application/pdf/2019-05/cp190061nl.pdf