Spring naar content

Prinsjesdagspecial 2021

Tijdens Prinsjesdag 2021 is het huidige kabinet demissionair. Dit betekent dat dit kabinet nu geen rigoureuze beleidswijzigingen inzet. Dat wil echter niet zeggen dat er op fiscaal vlak niets gebeurt.

De trend om op Prinsjesdag naast het Belastingplan voor het komende jaar ook andere fiscale wetsvoorstellen in te dienen is voortgezet. Naast het Belastingplan en de bekende Overige fiscale maatregelen treffen we voorstellen aan over de belastingheffing van hybride entiteiten, aandelenoptieregelingen, hybride mismatches, een verlaging van de verhuurdersheffing en een regeling die de mogelijkheid van tegemoetkoming opent voor schrijnende gevallen.

Het internationale bedrijfsleven komt er in de plannen bekaaid van af. In de overige fiscale maatregelen vinden we in het voorstel om de verrekening van bronbelastingen in de vennootschapsbelasting te beperken. Deze beperking komt voort uit een arrest van het Europese Hof van Justitie. Buitenlands belastingplichtigen werden ten opzichte van de binnenlandse belastingplichtigen nadeliger behandeld. Dit verschil in behandeling moest daarom worden weggenomen. Een opvallende constatering is dat waar eerder in een besluit juist de verrekening van voorheffingen voor de buitenlands belastingplichtige zou worden verruimd, nu de verrekening ook voor binnenlands belastingplichtigen wordt beperkt. Daarnaast pakt de regering belastingontwijking verder aan met wetgeving over omgekeerd hybride lichamen. Ook worden mismatches bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel ‘de infokapstructuren’ aangepakt.

Voor nationale ondernemers is het vlak van IB-winst en de vennootschapsbelasting tamelijk rustig. Wel wordt wettelijk geregeld dat bepaalde coronasubsidies vrijgesteld zijn van belastingheffing. Helaas zijn voor ondernemers geen nieuwe fiscale coronamaatregelen opgenomen in het Belastingplan 2022. Dit betekent onder meer dat de fiscale coronareserve niet wordt verlengd. Het goede nieuws is dat zowel de tarieven in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting niet worden verhoogd. Ook vindt de eerder aangekondigde verlenging van de eerste schijf van de vennootschapsbelasting van € 245.000 tot € 395.000 gewoon doorgang. Over de eerste schijf bedraagt het percentage sinds vorig jaar 15%. Dit betekent een tariefverschil van 10%-punt met het hoge tarief voor de vennootschapsbelasting!

Hoe de tarieven en schijven zich volgend jaar zullen ontwikkelen valt nu lastig in te schatten, maar een verhoging in de toekomst is zeker niet ondenkbaar.

In de stukken ontbreekt een fundamentele aanpassing van box 3. Dit komt dus op het bord van een volgend kabinet. Per 1 januari 2022 wordt het heffingsvrije vermogen voor box 3 € 50.650 per persoon.  Verder worden in box 3 de tariefschijven en de forfaitaire rendementen wat verhoogd. In combinatie leiden deze tot iets lagere effectieve tarieven per vermogensschijf. Het blijft pijnlijk te constateren dat er – ondanks verschillende gerechtelijke uitspraken –geen tegemoetkoming komt voor spaarders die nu interen op hun spaartegoeden door de geringe of negatieve rente in combinatie met de box 3-heffing.

Tevens zet het kabinet stappen voor verdere vergroening en verduurzaming, zijn er maatregelen op het vlak van de woningmarkt en worden de arbeidsmarkt en innovatie verder gestimuleerd.

Ten slotte vindt u in onze special verschillende maatregelen die al eerder zijn aangenomen, maar die pas in werking treden vanaf 1 januari 2022.

Hieronder zetten wij de belangrijkste onderwerpen voor u op een rij en voorzien wij deze van ons

commentaar. Voor vragen of nadere toelichting kunt u contact opnemen met uw vaste PKF Wallast

adviseur.

Jeroen van Strien

Hoofd Vaktechniek PKF Wallast

Download gehele special in PDF

Ook interessant

Gerelateerde berichten Berichten

Blijf op de hoogte dankzij de inzichten van onze specialisten. Lees nieuws en blogs over ‘dienst’ die nieuwe invalshoeken bieden op actuele onderwerpen.