Spring naar content

Verlies op aandelen werkgever geen negatief loon

Hof Den Haag oordeelt dat voor een werknemer, die certificaten van aandelen in de bv van de werkgever verkrijgt, die certificaten vermogensrechten zijn die vanaf het moment van verwerving direct tot box 3 gaan behoren. Een hierop geleden verlies is niet aftrekbaar.

 

Een vrouw is werkzaam als senior manager in loondienst bij een bv. Gedurende verschillende momenten heeft zij certificaten van aandelen gekocht in de moedermaatschappij van het concern waar de bv toe behoort. De totale aanschafprijs van deze certificaten bedraagt € 241.547 per 1 januari 2017. In december 2016 worden de aandelen in de moedermaatschappij verkocht aan een derde, waarbij de vrouw in 2017 en 2018 in totaal € 95.397 heeft ontvangen. Uiteindelijk heeft de vrouw een verlies geleden van € 146.150. Zij heeft dit verlies als negatief loon aangegeven over 2017.
Bij Hof Den Haag is in geschil of het verlies op de certificaten van aandelen in de moedermaatschappij van het concern van de werkgever negatief loon is. Als de certificaten behoren tot box 3 is het geboden rechtsherstel box 3 in geschil.

 

Geen causaal verband tussen dienstverband en certificaten

Het hof constateert dat de vrouw tussen 2006 en 2014 certificaten heeft verworven tegen de waarde in het economische verkeer. Deze certificaten worden dan vermogensrechten die direct onder box 3 vallen vanaf het moment van verwerving. Op dat moment is er geen causaal verband meer met de dienstbetrekking. Het verlies op de certificaten kan alleen als negatief loon worden beschouwd als de opbrengst van de certificaten lager is dan de waarde in het economische verkeer. Het hof stelt dat hier geen oorzakelijk verband is gebleken uit de gestelde feiten. Daarom is het verlies geen negatief loon.

 

Rechtsherstel box 3

De vrouw wil voor de belastingheffing in box 3 in 2016 uitgaan van de werkelijke rente die zij heeft ontvangen op haar bankrekeningen. Het hof gaat hier echter niet mee akkoord, omdat in 2016 de strijdigheid van het forfaitaire stelsel van box 3 met art. 1 EP en art. 14 EVRM nog niet aan de orde was. Dit geldt pas vanaf 2017. Tijdens de zitting is er overeenstemming bereikt tussen de inspecteur en de vrouw over de waarde van de certificaten in 2016. Voor 2017 heeft de vrouw kunnen aantonen dat de werkelijk ontvangen rente lager is dan de grondslag voor box 3 waarover belasting is geheven. Daarom verlaagt het hof het box 3-inkomen voor 2017 tot het bedrag van de ontvangen rente.

 

Bron: Hof Den Haag 04-10-2023 (gepubl. 14-12-2023) (ECLI:NL:GHDHA:2023:2217)